Het lokaal van de bachelor
Na zijn studie werkte Diego samen met bekende namen als Balenciaga, Goldband en Hermes. Maar het liefst is hij bezig met autonome kunst. Kévin studeerde Graphic Design in Roubaix, Frankrijk en rondde later ook een master Design af aan het Sandberg Instituut, Amsterdam. Zijn werk is nu te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam.
Wat houdt jullie bezig op ‘t moment?
Kévin: Mijn werk is te zien in de tentoonstelling ‘Circulate: Photography Beyond Frames, proposals for the museum collection’ van het Stedelijk Museum. De installatie die ik heb gemaakt, ‘ProtoVise: Shaping Ids, Swapping Worlds’, bestaat uit twee sculpturen die mensachtige wezens afbeelden die iets naar elkaar gooien. Elke keer dat een nieuw object wordt gegooid, verandert het object en de achtergrond. Dingen die gegooid worden zijn bijvoorbeeld een camera en een satelliet. We hebben een constante drang om nieuwe uit te vinden en met mijn werk bevraag ik waar ons dat nou heeft gebracht.
Diego: Ik ben bezig geweest met mijn werk voor de Dutch Design Week, ‘Frères et Soeurs' and 'Beauf et Babare’. Dit een serie afbeeldingen; eigenlijk werd ik hiervoor geïnspireerd door Kévin. Op een van de afbeeldingen geven twee wezens elkaar een kus. Deze afbeeldingen is gebaseerd op de ‘Socialist Fraternal Kiss’ (socialist symbol of unity, red.). Ik gebruik politieke elementen om een karakter te bouwen. Deze afbeelding verwijst ook naar het nu, de linkse partijen worden gedwongen met elkaar samen te werken. Maar ik hou er ook van mensen te shockeren. Het is ook een ode aan het hebben over de normale dingen, en niet alle poespas eromheen. In de politiek gaat het veel te vaak over de poppetjes in plaats van de echte problemen.
Hoe zouden jullie je werk omschrijven?
Kévin: Mijn werk is een combi van video, grafisch ontwerp en geluidsontwerp, waarmee ik kritisch ben ten opzichte van het bestaan van beeld en de manieren waarop het wordt gebruikt in twijfel trek. Ik probeer propaganda en de manier waarop dat polariseert zichtbaar te maken. Ik manipuleer de vorm en de taal van een bepaald medium en pas de regels ervan toe op een ander medium. Op die manier werp ik een nieuw perspectief waar op ons verhalen wordt verteld die invloed hebben op onze sociale en politieke overtuigingen.
Diego: Ik deed eerst vooral 3D animatie, maar dat deed ik eigenlijk vooral om geld te verdienen, het was niet wat ik wilde. Ik zit nu ergens op het spectrum van kunst en ontwerp. Ik leer nog steeds nieuwe technieken. Mijn werk gaat over hoe relatief ‘normaal’ is. Het opnieuw vormgeven van het lichaam komt steeds terug in mijn werk en ik hou ervan het digitale en traditionele samen te voegen.


Op Instagram noemen jullie je werk beide wel eens een ‘schilderij’ heeft dat hiermee te maken?
Diego: Ja, eigenlijk wel. We proberen die ruimte te claimen, voor ons is het een schilderij. Veel mensen vinden dat misschien niet, maar dat is ook juist de discussie die we willen oproepen. Want wanneer is iets dat dan wel?
Kévin (lachend): Dat zijn wel leuke filosofische discussies die je met ons kan voeren. Ik voel me niet schuldig over dat ik mijn werk schilderijen noem. Uiteindelijk zijn de technieken hetzelfde.
Diego: Inderdaad, het verschil is vooral dat het materiaal anders is en het daardoor ook goedkoper is om een digitaal werk te maken.
Dit soort discussies worden zeker flink gevoerd tijdens jullie les.
Diego: Ja, Interactive Media Design gaat erover om zogenaamde normen ter discussie te stellen. We moedigen studenten aan om buiten de gebaande paden te gaan en met nieuwe ideeën te komen. We geven ook les in theorie en stellen deze theorie dan ook vaak ter discussie, voeren politieke gesprekken en duiken in de geschiedenis. Wie heeft bijvoorbeeld ‘printen’ ontwikkeld en waarom?
Kévin: Wat het nog leuker maakt is dat we het echt over álles hebben, over onderwerpen uit alle windhoeken van de wereld. Want onze studenten komen ook van over de hele wereld.
Dat klinkt alsof alles mogelijk is.
Kévin: Dat is ook zo, ook op het gebied van soort werk. 3D, 2D, digitaal of traditioneel of een combinatie. Alles kan.
Diego: Ons doel is om van de studenten autonome makers te maken en om ze te laten denken met digitale programma’s.
Hoe is het verder voor jullie om les te geven?
Diego: Uitleggen is iets wat ik leuk vind en om daar dan voor betaald te worden is helemaal top. Wanneer ik voor mezelf werk heb ik een afstand tot mijn klant, nu voelt het alsof ik direct aan het helpen ben. Ik haal direct voldoening uit. Dat is heel grounding.
Kévin: Ik leer zelf superveel, want wanneer ik iets aan het vertellen ben, kijk ik er ook opnieuw naar. Dat kan soms heel verfrissend zijn en houdt me scherp. Studenten houden je ook scherp over bepaalde onderwerpen, zoals het klimaat. Voor ons reflecteren zij wat de maatschappij van ons vraagt.
Diego: Inderdaad, lesgeven is een soort voortdurende zelfreflectie.



Wat typeert jullie als docent?
Kévin: Ik vind het belangrijk om een student het vertrouwen te geven dat zij een richting durven te kiezen. Maar ik stimuleer studenten ook veel te experimenteren.
Diego: En ook om een klik te hebben met de studenten zodat zij naar je toe durven te komen met vragen.
Kévin: Als docent help je de student een verhaal te vertellen door middel van een werk. Dan helpt het ook nieuwsgierig te zijn en veel vragen te stellen.
Diego: Kévin en ik hebben het vaak samen over een werk. Dat geeft ook veel inzichten en het is luxe dat we dat kunnen doen. Ik denk dat de studenten hier ook veel voordeel uit halen.
Hoe gaat dat dan?
Kévin: We bespreken het werk en geven samen feedback, zodat we elkaar aanvullen. Soms is de een strenger dan de ander, we proberen daar altijd een balans in te vinden. Een student heeft veel aan verschillende perspectieven, denk ik.
Diego: Soms kom ik oud-studenten tegen en ik vind het dan altijd zo gaaf om te zien waar ze mee bezig zijn.
Kévin: Het voelt altijd supergoed om te zien dat het professionals zijn geworden. Soms herinneren ze zich nog een opdracht, dat is altijd wel grappig. Ik weet niet of ik dan trots ben, dat klinkt alsof het door ons komt, maar ik vind het een mooi idee dat wij ons steentje hebben bijgedragen.

