De naam Pieter ’t Hoen zegt de meesten misschien weinig, want Pieter werkt onder de naam Piet Paris. En Paris spreek je uit op zijn Frans, natuurlijk. Piet Paris is een van de belangrijkste internationale mode-illustratoren van onze tijd. Bekende modebladen als W, Harper’s Bazaar, Vogue Japan en Vanity heeft hij op zijn naam staan. Zijn tweede liefde is lesgeven, sinds zeven jaar op de
Kan je wat meer vertellen over jezelf?
Ik ben ooit begonnen in 1982 als modestudent aan de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem (nu Artez, red.). Omgaan met machines was niks voor mij, ik maakte alles kapot. Van kleins af aan wist ik al dat ik wilde tekenen, dus ik richtte me op mode-illustratie. In de box tekende ik al en op mijn 11e wist ik dat ik de mode in wilde. Het was me met de paplepel ingegoten met vier zussen en een elegante moeder die zelf kleding maakte. Na het afronden van mijn studie in 1988 viel mijn tekenwerk op, maar ik brak echt door na een prestigieuze tekenklus voor het magazine Vanity. In mijn tijd was dat de stijlbijbel voor de mode-industrie.
En toen ging het balletje rollen?
Het werd meteen heel serieus. Ik ben een tijd lang vaste tekenaar bij de Volkskrant geweest waar ik de modeartikelen voorzag van tekeningen. Ik heb ook getekend voor de Viva en acht jaar lang voor de Vogue Japan, in Japan is de visuele cultuur veel meer gebaseerd is op tekeningen en dat heeft grote invloed gehad op mijn werk. Daarna kwam ik bij de Telegraaf terecht. Wat een tijd was dat. Ik was de sidekick van Fiona Hering (modejournalist, red.) en samen vlogen we de hele wereld over om modeshows bij te wonen. En natuurlijk de afterparty’s, ik was bijvoorbeeld bij die van Madonna.
Wat tof, wat deed je bij die modeshows?
Ik zorgde dat ik een plekje aan de catwalk had en dan maakte ik snelle tekeningetjes. Ook als ik niet was uitgenodigd zorgde ik dat ik een goede plek had, desnoods door over een hek te klimmen. Die tekeningetjes gingen dan na de show zo snel mogelijk met het vliegtuig naar de redactie, want er was nog geen internet. Gek hè?
Dat kan je je bijna niet meer voorstellen. Wist je wel genoeg van mode om dit allemaal te doen?
Eigenlijk niet, ik was nog maar een groentje. Ik zat met modejournalisten van over de hele wereld, dat was spannend. In de auto op weg naar een modeshow overhoorde Fiona mij zodat ik het juiste jargon gebruikte. Op mijn beurt leerde ik haar veel over materialen. We waren een goed duo en we zijn nog steeds bevriend.
Hoe kan het dat je nog steeds tekent met al de nieuwe technieken die er zijn?
Illustraties zijn zo veel meer dan een foto. Met een illustratie interpreteer je, je zorgt dat mensen de sfeer kunnen proeven. Mijn hart gaat nog steeds sneller kloppen als ik de juiste snaar weet te raken met een illustratie. Een illustratie van een geur van Victor & Rolf die ik kortgeleden heb gemaakt komt in een magazine. Soms komt mijn illustratie ook op het product zelf, het wordt dan een soort logo.
Dus je tekent nog steeds met de hand?
Ja, ik schaam me soms om te zeggen dat ik nog steeds klassieke tekenmaterialen gebruik, maar ik knip en plak en gebruik nog steeds potloden. Ik doe niks digitaal. Het werken met de hand geeft mij een enorme bevrediging. Ik kan me nog steeds vernieuwen. Met tekenen voel ik, tekenen gaat voor mij van het hart naar de hand. Op de afdeling zie ik ook dat studenten dit ook nog steeds belangrijk vinden.
Mooi dat je zo bij jezelf blijft. Lesgeven maakt ook een groot deel uit van je carrière. Wat voor les geef je?
Ik ben zeven jaar geleden begonnen als freelancer docent Ontwerptekenen. Dat betekent dat ik de studenten laat tekenen wat er in hun hoofd zit. Net zoals het verzamelen van materialen is dit onderdeel van het proces. Door het tekenen denken de studenten meer na over hun ontwerp en wordt het minder abstract. Het is voer voor gesprekstof, de tekening zorgt ervoor dat we een gesprek kunnen hebben over de kleur en het model.
Wat vind je leuk aan lesgeven?
Ik ben nog steeds zo vol passie over mijn beroep dat ik het leuk vind het over te brengen op studenten. Ik word geraakt als een student een mooi item maakt en soms moet ik mezelf even in een versnelling lager zetten. Inmiddels ben ik ook in vaste dienst en geef ik les vanaf het eerste tot en met het vierde jaar, daardoor heb ik veel meer contact met studenten. Ik vind het mooi om de studenten door de jaren heen te zien groeien.
Wat typeert jou als docent?
Ik ben soms een softie en soms streng. Ik probeer van uit het positieve les te geven en me te richten op de kwaliteiten van een student. Maar ik kan het ook stom vinden als een student met niets naar de les komt.
Heb je iets wat je studenten zou willen meegeven?
Kijk goed om je heen, benader kunst in de breedste zin en maak anti populaire keuzes. Als ik het soms even niet meer weet vind ik in het Rijksmuseum mijn toevluchtsoord. Ik kijk dan naar hoe kleding werd geschilderd. Tot in den eeuwigheid kan ik daarnaar kijken. Een aanrader, maar niet om de hoek, is het Vigeland Museum in Oslo. Bezoek dus veel musea zou ik zeggen.