Studieprogramma

Samenwerkend leren

Als afdeling streven wij naar een inspirerende en wederzijdse leeromgeving voor mensen die de wereld van het ruimtelijk ontwerp willen verkennen, zowel vanuit het perspectief van de ontwerper als de gebruiker. Deze leeromgeving is niet alleen een omgeving om in te leren, maar ook om van te leren. Studenten leren van de toekomstige gebruikers, hun docenten en van elkaar. En dit werkt ook andersom: docenten leren ook van de toekomstige generatie.

Het programma heeft zowel lineaire als niet-lineaire aspecten: het is niet een route van A naar B maar je volgt ongedefinieerde paden door een gevarieerd landschap. Een landschap dat in het eerste jaar wordt gevormd door een structuur van studio's met thema-opdrachten die verschillende ruimtelijke ontwerpculturen vertegenwoordigen. In het afstudeerjaar kiezen de studenten de onderwerpen voor hun afstudeerproject en stellen ze de samenstelling van het onderwijsprogramma samen.

Op onderzoek gebaseerde aanpak

Een vragende en onderzoekende houding is een integraal onderdeel van het curriculum en komt tot uiting in reflecties, presentaties, interpretaties en schrijven gedurende de twee jaar. Binnen deze onderzoeks- en ontwerpprocessen worden verschillende fenomenen uitgediept in vier parallelle programma's: Flows, Theory, Skills en Travel.

Het Flows-programma bevat verschillende onderzoeken waarin studenten deelnemen aan een onderzoekstraject waarbij gemeengoed worden geïdentificeerd en gewaardeerd, zoals materialen, energie, voedsel en hulpbronnen. Door hun dynamische relaties in kaart te brengen, zijn studenten in staat de talrijke bronnen te manoeuvreren en te ontmantelen als ontwerpstrategie en hulpmiddel voor een continue en circulaire cyclus van creatie.

Landschap van posities

Centraal in het programma staat het ontvouwen van een verscheidenheid aan posities en alternatieve praktijken en het versterken van de vaardigheden van de studenten als veerkrachtige visuele makers en denkers. Door de studenten in staat te stellen zichzelf in dit brede landschap te positioneren en hun eigen fascinaties en waarden te identificeren, redeneren ze over de impact die ze nastreven op de gebouwde omgeving.

Het feit dat de opleiding wordt aangeboden in de context van een kunstacademie heeft invloed op het curriculum. Deze artistieke in plaats van polytechnische context draagt ertoe bij dat de nadruk wordt gelegd op het vergroten van de persoonlijke en artistieke capaciteiten van de studenten en hen aanmoedigt om openlijk te denken.

De opkomst van een nieuwe generatie die marktgerichte logica bestrijdt en de onderliggende (niet-) menselijke, sociale en culturele fenomenen bepleit in een wereld die diverser is dan ooit tevoren, is dringend nodig.

Programmastructuur

Het eerste jaar is verdeeld in twee semesters van 20 weken.

Centraal in het programma staan de 3 studio's, die elk een andere ruimtelijke ontwerpcultuur representeren.

  • Studio 1 - Inter (7 weken en 7 ECTS) in het eerste semester
  • Studio 2 - Space (8 weken en 7 ECTS) in het eerste semester
  • Studio 3 - Urban (19 weken en 14 ECTS) in het tweede semester

In elk semester worden deze Studio's begeleid door onze 4 onderzoekscursussen:

  • Flows (3 ECTS per semester)
  • Skills (4 ECTS per semester)
  • Theory (5 ECTS per semester)
  • Travel (4 ECTS per semester)

Deze cursussen worden zoveel mogelijk afgestemd op de Studio-opdrachten.

Het afstudeerjaar kan grofweg in vier fasen worden verdeeld. Op basis van dit schema wordt begeleiding geboden en worden reviews en gezamenlijke feedbacksessies georganiseerd.

De 4 fasen van het afstuderen in het kort:

  1. De verkenningsfase (september/medio november):
    Vanuit een brede verkenning stellen studenten hun afstudeerplan op en maken zij een planning voor het gehele afstudeerjaar.
  2. De onderzoeksfase (half november/eind januari):
    Hier ligt de nadruk op het gerichte onderzoek van het vastgestelde thema voor de Research Paper.
  3. De fase waarin de kaders voor het ontwerp worden vastgesteld (februari/eind maart):

    Hier krijgt de transitie tussen onderzoek en ontwerp definitief vorm.

  4. De fase waarin alles wordt omgezet in een definitief ontwerp (april/begin juli):
    Hier wordt het ontwerp verder ontwikkeld en gepresenteerd in de gezamenlijke tentoonstelling tijdens de Graduation Show.

Programmaonderdelen

Het curriculum is op dezelfde manier opgebouwd als een onderzoeks- en ontwerpbureau.

De belangrijkste kenmerken van de opleiding zijn de ontwerpstudio's waarin studenten het hele proces van een onderzoeks- en ontwerpproject voltooien: oriëntatie, onderzoek (door ontwerp), analyse, conceptontwikkeling, ontwerp (door onderzoek), presentatie en evaluatie. Studenten krijgen 8 weken (vergelijkbaar met een inzending voor een wedstrijd) of 18 weken (vergelijkbaar met een reguliere commissie) voor de belangrijkste studioprojecten.

Binnen het onderzoeks- en ontwerpproces worden verschillende aspecten diepgaand onderzocht in vier parallelle categorieën: Theory, Flows, Skills en Travel. In elk semester van het eerste jaar sluiten de ontwerpstudio's, theorielessen, Flow onderzoek, vaardigheidsvakken en het Travel programma nauw op elkaar aan. In het tweede jaar voert de student, begeleid door drie docenten, zijn of haar eigen afstudeerproject min of meer zelfstandig uit en komen onderzoek en ontwerp samen.

Kort gezegd, bestaat het onderzoek uit de volgende componenten:

De docenten zijn spatial designers en (interieur) architecten met toonaangevende professionele praktijken en stellen studenten in staat om meer in detail uit te zoeken wat voor soort onderzoek in de praktijk daadwerkelijk plaatsvindt. Elk jaar worden nieuwe onderwerpen in de studio's behandeld.

Voor voorbeelden van onze Studio-opdrachten en het werk van studenten bekijk ons nieuwste INSIDE magazine.

Theory & Writing is bedoeld om theoretische en intuïtieve inzichten van zowel theoretici als studenten te koppelen aan praktische casestudy's.

Flows onderzoekt de specificaties en het gedrag van 'stromen' - van energie, water en voedsel tot kennis en geld - om de ontwikkeling van duurzame ontwerpmethoden te ondersteunen.

Skills is gericht op het verwerven van essentiële onderzoeks- en ontwerpvaardigheden. Deze omvatten bijvoorbeeld observatie- en conversatietechnieken om de participatie van belanghebbenden te bevorderen.

Travel bestaat uit nationale en internationale excursies, symposia, lezingen, interviews en studiobezoeken die de observatie van en onderzoek naar fenomenen in spatial design stimuleren.

INSIDErs aan het woord

Hans Venhuizen, hoofd van de afdeling introduceert de Master Interieurarchitectuur INSIDE

Luister naar Lina en Njål die de structuur van het INSIDE masterprogramma uitleggen en hun favoriete opdrachten noemen. In deze aflevering kom je ook te weten waarom deze master eigenlijk "INSIDE" heet.

Competenties

DE INSIDE INTERIEUR ARCHITECT

INSIDE benadrukt in haar profiel de culturele en sociale uitdagingen van interieurarchitectuur en plaatst een thematische focus op maatschappelijk relevante ruimtelijke opdrachten. Deze focus leidt tot het profiel van de INSIDE interieurarchitect dat in de kern bestaat uit de volgende kenmerken die een aanvulling en verdieping zijn van de vaardigheden die al zijn verworven door een masterstudent na het voltooien van een bacheloropleiding. De kenmerken vormen een compleet beeld en definiëren samen de mentaliteit en werkwijze van de interieurarchitect opgeleid aan INSIDE. Deze kenmerken zijn verwerkt in de uitkomsten en criteria van het INSIDE beoordelingsformulier en maken dus deel uit van de eindevaluatie van de opleiding. Een beheersing van een uitgebalanceerd aantal van deze kenmerken wordt als vertrekpunt genomen in de eindevaluatie.

INSIDE verwacht van studenten dat zij een uitgesproken onderzoekende en nieuwsgierige mentaliteit hebben. Onderzoek vormt de kern van de masterfase van het onderwijs in de interieurarchitectuur. Op enkele uitzonderingen na is dit onderzoek niet academisch van aard en zeker geen doel op zich. Binnen INSIDE wordt onderzoek voornamelijk verricht ten behoeve van spatial design. Studenten zijn bereid op ontdekkingsreis te gaan om meer te weten te komen over verschillende aspecten van de context, of deze nu antropologisch, cultureel, sociaal, politiek, economisch of historisch van aard zijn. Door dit brede spectrum aan informatie over een context te verwerven via brononderzoek, veldonderzoek, interviews en observatie, verwerven studenten ook een betrouwbaar, werkbaar en persoonlijk beeld van hun eigen ontwerpopdracht in relatie tot de veranderende ruimtelijke situatie.

De INSIDE student is in staat om op een persoonlijke manier een hiërarchie en verbindingen tot stand te brengen binnen de complexiteit van de verworven informatie en zo een situatie te interpreteren en uit te leggen in termen van factoren en verschijnselen die bepalend zijn voor het ontwerp van ruimtelijke verandering.

Ieder studioproject bij INSIDE resulteert in een spatial design. Dit kan worden uitgewerkt als een haalbaar fysiek ontwerp. Het begrip ontwerp kan hier worden geïnterpreteerd als 'ruimtelijk programma' dat volgt uit de voorgaande verkenning en dat niet alleen een voorstel bevat voor fysieke aanpassing, maar ook expliciete strategieën omvat voor ruimtelijke verandering door middel van bijvoorbeeld interventies en programmering. Het resulterende ontwerp richt zich op het gebruik van de ruimte en het perspectief van de gebruiker 'op alle schalen'.

De INSIDE architect is een autonoom individu dat opereert in een toegepaste context en de gebouwde omgeving inzet als materiaal voor de verbeelding. Hij/zij is iemand die handelt met de intentie om de gebouwde omgeving ruimtelijk te veranderen en die erin slaagt de ingrediënten voor verandering te filteren en in te zetten door de context te onderzoeken.

Door middel van het verkennen en uitwerken van het ontwerp zijn INSIDE studenten in staat effectief te communiceren met geïnteresseerde partijen en belanghebbenden in en rond de veranderende ruimtelijke context. Communicatie betekent hier niet alleen het verzamelen en overbrengen van informatie, maar ook de vaardigheid in het op verschillende manieren lezen en vertellen van verhalen in en rond de context.

Opdrachten richten zich bij INSIDE per definitie op de gebruiker in zijn directe omgeving. Werken op deze schaal 'die het meest direct in verbinding staat met mensen' vraagt om de uitwerking van elementen in ruimtelijke maquettes en mock-ups. Daarom moet een ontwerp nooit alleen in digitale vorm maar ook op analoge wijze worden uitgewerkt en gepresenteerd.

Bij INSIDE betekent ondernemerschap zowel het succesvol runnen van een ontwerppraktijk als het op eigen initiatief starten van belangrijke processen met betrekking tot ruimtelijke verandering. Ondernemerschap verwijst hier meer naar de geest van het nemen van initiatief dan naar feitelijk ondernemer zijn.

De INSIDE interieurarchitect heeft een sterk profiel binnen een complex vakgebied gevuld met professionals die zich bezighouden met ruimtelijke verandering. Hij/zij kan een positie claimen bij klanten, architecten, aannemers, gebruikers, fabrikanten en leveranciers van interieurproducten, en bij wetgevers en regelgevers. Daarnaast is de INSIDE interieurarchitect in staat om in multidisciplinaire teams te functioneren en, wanneer de context dat vereist, een metadisciplinaire positie in te nemen binnen een team.

De INSIDE architect bezit over persoonlijke en artistieke ambitie, passie en het vermogen om zijn of haar eigen agenda van idealen voor de ruimte van de toekomst te formuleren. De INSIDE architect is in staat om van daaruit tot uitzonderlijke en innovatieve ruimtelijke interventies te komen die in hun uiteindelijke vorm een persoonlijk artistiek cultureel profiel weerspiegelen.

De INSIDE student is zich zeer bewust van zijn ruimtelijke verantwoordelijkheid in relatie tot de context van de ruimtelijke verandering waarin hij of zij opereert en kan culturele urgenties in deze context identificeren.