Ed van Hinte: 'Recyclen zorgt voor meer afval'

21 december 2017

Als recyclen niet synoniem was voor groen, zou je het het nieuwe zwart kunnen noemen. Bedrijven vermelden met trots op hun producten dat ze (deels) van gerecycled materiaal vervaardigd zijn en de consument loopt week in week uit keurig met tassen vol plastic naar de plasticcontainer. Een goede zaak? Niet per se, meent industrieel ontwerper, schrijver en onderzoeker Ed van Hinte.

'Recyclen zorgt voor meer afval'
Niet hergebruiken, maar doorgebruiken

Van Hinte (1951) doet al jaren onderzoek naar verduurzaming van productieprocessen. 'Recycling wordt tegenwoordig gezien als uitgangspunt, maar zou dat niet moeten zijn. Het kost veel energie en levert producten op die van minder waarde zijn.' Erger nog: Van recyclen gaan we méér afval produceren. 'Als er vraag is naar afval dat gerecycled kan worden, stijgt het aanbod', aldus van Hinte. 'Er is dus geen prikkel om minder afval te produceren en de materiaalstroom te reduceren. Recycling volgt het materiële groei-ideaal.' Het loont om afval te produceren, omdat afval voor een ander bedrijf een voordelige grondstof is.

Enkele voorbeelden: Vroeger werd van misdrukken van sap-verpakkingen stucloper gemaakt. Vervolgens werden er opzettelijk verpakkingen bijgedrukt om als stucloper op de markt gebracht te worden. Een ander voorbeeld: Onlangs lanceerde Friesland Campina de campagne ‘Mest de Groene Motor’, waarbij het mest een grondstof wordt voor biobrandstoffen, kunstmestvangers en voedingsstoffen. Het mestoverschot wordt op ciculairondernemen.nl een 'goudmijn' genoemd. Weg prikkel om minder mest te produceren.

Nog een ander voorbeeld: werkkleding vervaardigd uit garen gemaakt van PET-flessen, gebruikte verpakkingen dus. 'Als het gaat om verpakkingen, is het waarschijnlijk veel slimmer om ze afbreekbaar te maken' zegt van Hinte. 'Recyclen gaat grotendeels over logistiek en de logistiek achter bijvoorbeeld het recyclen van plastic is enorm gecompliceerd; er zijn enorm veel soorten plastic in omloop van verschillende kwaliteit en die eindigen allemaal op één hoop. Onlangs nog meldde het Centraal Planbureau dat het recyclen van plastic nauwelijks milieuwinst oplevert. Van al uw ijverig verzamelde en ingeleverde plastic bleek hoogstens een bermpaaltje te wordt gemaakt.

Moeten we dan niets meer recyclen? 'Zo ver wil ik niet gaan, maar het is veel zinniger om te kijken naar hoe we de levensduur van producten kunnen verlengen en hoe we met verbruik van minder materiaal kunnen produceren. Ons denken over duurzaamheid staat helaas nog steeds in dienst van een economie die kwantitatieve en niet kwalitatieve groei als uitgangspunt heeft. En er wordt te weinig rekening gehouden met het rebound-effect.' (zie kader)

Over materiaalreductie schreef Van Hinte een boek getiteld Lightness. Zelf doet hij al weer enige tijd onderzoek naar de constructie van een lichtgewicht –en dus minder grondstoffen vereisend– huis. 'Eén derde van al het afval dat we produceren, komt uit de bouw en weer één derde daarvan komt uit de nieuwbouw! Beton is vervuilend, valt nagenoeg niet te recyclen en het massaal afgraven van zand –gebruikt om beton mee aan te maken– ontregelt hele ecosystemen!'

Over levensduurverlenging schreef van Hinte drie boeken waaronder Eternally Yours en Products that last. 'Levensduurverlenging van producten gaat van oudsher over het ontwerp en mogelijkheden tot reparatie', zegt van Hinte, 'maar er komt veel meer bij kijken als je bedenkt dat het draait om uitstel van recycling en het zo lang mogelijk op peil houden van de waarde: ‘doorgebruik’. En bij dat laatste zou de nadruk allereerst moeten liggen, meent van Hinte.

Recyclen heeft geen zin als we het niet eerst leren om slimmer en op geheel andere wijze te produceren én consumeren. 'Economie gaat over identiteit en zelfbeeld', zegt van Hinte, 'We moeten innoveren zodat we mensen tevreden kunnen stellen in hun zelfbeeld met minder materiaal.'

'A car is a dress on wheels'

Hoe kan het anders?

De auto

'Bij het recyclen van staal uit de auto-industrie, loopt de kwaliteit van dat staal terug. Een auto vervoert bovendien in feite hoofdzakelijk zichzelf (gekeken naar het gewicht van de auto en het gewicht van de inzittenden) en ons zelfbeeld. Het is een jurk op wielen. Wanneer we auto’s veel lichter, met minder buitenkant zouden maken, zoals nu bijvoorbeeld gebeurt bij de experimentele zon-aangedreven auto's, zou er minder gerecycled hoeven te worden en heeft een elektrische auto bovendien een groter bereik.'

De bouw

'In Changsha in China is onlangs in negentien dagen een zevenenvijftig verdiepingen tellend lichtgewicht appartementencomplex neergezet. Men heeft uitgerekend dat men daarmee 15.000 trucks beton heeft gespaard. Het is bekend dat de productie van één ton beton één ton CO2 uitstoot oplevert. Beton kan bovendien slecht gerecycled worden.'

Kleding

'H&M kondigde een tijdje geleden een gerecyclede kledinglijn aan. Als je kijkt naar de levensduur van producten van ketens als H&M en Primark, is recyclen van textiel een moeizaam proces. Kleding heeft verschillende omloopsnelheden. Bij bloesjes die mensen na aanschaf een maand dragen, of überhaupt niet, zou je beter kunnen kiezen voor afbreekbare materialen. Dan kost het afbreken geen energie.'

Ed van Hinte (1951) is industrieel ontwerper, onderzoeker, schrijver en docent aan de Master Industrial Design in Den Haag en aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. In 2011 richtte hij met ontwerper Renate Boere ontwerp-onderzoeksbureau DRS22 op, waar hij onderzoek doet naar lichtgewicht constructies. Over lichtgewicht constructies, met het oog op duurzaamheid, schreef hij het boek Lightness samen met Adriaan Beukers, specialist in lichtgewicht constructies. Van Hinte schreef nog voordat duurzaamheid salonfähig was het boek Eternally Yours (1997) over levensduurverlenging van producten. Het boek is inmiddels een collectors item. Ook schreef hij in samenwerking met de Technische Universiteit Delft het boek Products that last (2014) over hetzelfde thema. Momenteel is van Hinte onderdeel van stichting Feed your mind, die initiatieven tegen voedselverspilling ontwikkelt.

Technologische of andere ontwikkelingen die leiden tot een efficiënter gebruik van energie- of grondstoffen, leveren paradoxaal genoeg vaak geen besparing van energie of grondstoffen op, omdat het gebruik toeneemt. Deze tergende economische wet werd voor het eerst in 1865 beschreven door de Engelsman William Stanley Jevons. 'Met het reboundeffect wordt te weinig rekening gehouden binnen het duurzaamheidsdenken', stelt van Hinte, 'De financiële opbrengst van recyclen of energiebesparing wordt direct wordt omgezet in meer consumptie.' Een klassiek voorbeeld is de spaarlamp: De introductie daarvan leverde geen energiewinst op, omdat mensen het licht op meer plekken langer lieten branden, omdat het minder energie en dus geld kostte.

Dit artikel door Merel Kamp werd in iets gewijzigde vorm gepubliceerd in Trouw (26 oktober 2017)